14 juli 2020

Regionale economische en ruimtelijke visie



In de raad van 16 juli wordt de "contour" voor een ruimtelijke economische plan (REP) voor de regio U16 besproken. Ook de 2e en definitieve versie van het beoordelingskader met daarin de indicatoren wordt dan besproken. Deze contour REP wordt later uitgewerkt in een perspectief en programma. Het is dus een eerste document.

In de Ruimtelijke Economische Koers is vastgelegd dat we groei gaan accommoderen omdat de randstad zo’n fantastische agglomeratiekracht heeft. Deze koers is natuurlijk vastgesteld terwijl Utrechtse Heuvelrug nog niet aan tafel zat. Echter is dit nu wel het uitgangspunt van het beleid wat leidt tot een wonderlijke redenering.

Er zijn huizen nodig omdat er meer mensen komen  Vervolgens zijn er meer mobiliteits- investeringen nodig omdat al die mensen ook bewegen. Omdat die mensen ook moeten werken, moeten we ook meer arbeidsplaatsen realiseren. Maar de boog kan niet altijd gespannen staan. Daarom moeten we meer recreatie want die mensen zijn ook niet altijd maar aan het werk. En omdat al die activiteiten nogal wat veroorzaken moeten we niet vergeten ook in natuur te investeren als compensatie. En al die mensen willen er ook warm bij zitten in de winter. Dus zijn er extra windmolens en zonnevelden nodig.

Gezien de schaarse ruimte, de vele ruimteclaims en de hoge ambities voortvloeiend uit deze ambitie is de SGP van mening dat onze visie best mag zijn dat het inwonersaantal op peil blijft en de samenstelling van de bevolking evenwichtig is, maar niet noodzakelijkerwijs zijn wij voor groei als regio. Immers, die groei kan je beter realiseren in krimpregio’s. Laat daar nou eens een contour voor geschetst worden, of een perspectief, een koers, een visie of hoe je het ook noemt.

Nu zal economische groei wellicht nodig zijn om werkgelegenheid te behouden, maar ook dan is het niet noodzakelijk nodig dat die mensen hier ook komen wonen. Dus kan je beter investeren in een goede, innovatie, toekomstbestendige, hoogfrequente OV-verbinding.

Dus wat moet je dan met deze contour aan? Omdat de UH een beperkte groei wil realiseren, is het ons inziens dan toch wel handig om dat met de regio af te stemmen hoe je dat invult en waar. Daarom stemmen we aarzelend in met deze contour. Echter zien we daarin voor de UH slechts een beperkte rol weggelegd om aan die groei bij te dragen.

Graag geven wij het college een aantal aandachtspunten mee die voor ons van belang zijn en waar wij bij de verder uitwerking naar perspectief en programma e.e.a. ook op zullen beoordelen.

1.     Houd letterlijk afstand tot de stad. Driebergen is geen buitenwijk van Utrecht. Het amendement van BVH is een aardige geste om daar invulling aan te geven, echter gaat dat ons net wat te ver. Bij het concreet maken van gebieden moeten we hier beducht op zijn.

2.     Voor recreatie wordt nadrukkelijk naar de Utrechtse Heuvelrug gekeken. Het kan niet zo zijn dat de regio profiteert van de mooie omgeving maar de drukte in de bossen en investeringslasten bij onze inwoners liggen. Hier moeten faire afspraken over komen in verdere uitwerking. In een amendement vragen we dit als zienswijze in te brengen bij de regio. Hierin vragen we ook om niet in te zetten op nieuwe landgoederen. Lees het amendement hier.

3.     Wees scherp op datacenters en distributiecentra. Als deze elders in de regio komen zorgt dit voor meer druk op onze schaarse ruimte om de ambities voor wonen, werken, mobiliteit, natuur, landbouw en energie te verwezenlijken. Individuele gemeenten vinden dit soms prachtig, maar windmolens op de Heuvelrug om elders een datacenter van stroom te voorzien is wat ons betreft absoluut onwenselijk.

4.oud een nul meting voor de stand van zaken bij alle indicatoren. Maak concreet hoe je deze gaat meten. Bijv. biodiversiteit. Wat is de huidige stand van zaken zodat we me eenzelfde meetmethode in 2040 en tussentijds kunnen kijken of we doelen halen. Echter is dit nu veel te vrijblijvend geformuleerd. We dienen hiervoor een motie in.

5.      Zet meer in op het beperken van de vraag: Als het gaat om woonruimte: onderzoek de oorzaken van het hoge aantal echtscheidingen en samenwonenden die uit elkaar gaan en ontwikkel effectief beleid om deze oorzaken aan te pakken. Er is een relatie aangetoond tussen armoede en scheiden dus onderzoek wat het oorzakelijk verband is, pak het ene aan en los daarmee 2 problemen in 1 klap op.: Als het gaat om energie: welke keuzes kunnen we maken in het REP zodat de energievraag minder stijgt? De verwachte toename van de energievraag in 2050 als gevolg van groei is enorm.

Als het gaat om landbouw en natuur en waar je nou wat wilt, zijn er 2 beleidsmogelijkheden: scheiden en verweven. De scheiders, die menen dat het ’t beste is om landbouw zo intensief mogelijk te bedrijven, op zo weinig mogelijk grond, zodat er ruimte overblijft voor de natuur. Aan de andere kant staan de verwevers, die denken dat het beter is om landbouw en natuur meer in elkaar te laten overvloeien. Zo’n verweven landbouwmodel, waar bijvoorbeeld biologische landbouw onder valt, herbergt een hogere biodiversiteit op het veld, maar kost meer land, omdat de opbrengst lager is.

Ons inziens moet je een duidelijke keuze maken voor scheiden of verweven. Dat kan je niet als gemeente alleen en moet dus als U16. Om echt effectief te zijn hebben we daar als het gaat om bijv. het Langbroekerwetering gebied ook de kromme rijn gemeenten voor nodig.

Op dit moment wordt in de contouren ingezet op volledig circulair, natuur inclusieve landbouw. Dit is dus de tactiek van verweven. Toch wordt er ook ingezet op landbouw ontwikkelgebieden. Dit kan je scheiden noemen. Elders lezen we weer inzet op akkerranden beleid. Kortom, er is geen eenduidige contour in waar te nemen, al lijkt verweven het uitgangspunt te zijn.

Scheiden wil dus zeggen concentreer landbouw en houd deze intensief zodat er meer ruimte is voor de natuur. Verweven is nu de gangbare opvatting in NL maar voor scheiden pleitten de volgende argumenten:

-        De echt zeldzame soorten hebben in een verweven natuur nog steeds geen floreermogelijkheden. Als je de zeldzame dieren wilt beschermen, is scheiden het beste.

-        Voor biologische landbouw, waar nu volop op wordt ingezet en wat onderdeel is van verweven, is 30% meer land nodig om dezelfde opbrengst te generen. Als we dit wereldwijd als basis gaan hanteren komt de voedselproductie om een groeiende wereldbevolking te voeden serieus in het gedrang.

-        Sommige dieren laten het al bij de minste of geringste verstoring door boeren afweten: voor hen is het wilde natuur of niks. ‘Zijn er veel van dat laatste type, dan is scheiden het beste. Ik weet niet of dit laatste zo is in onze regio, dat moeten we dus de experts vragen.

-        Minder ruimte voor landbouw is meer ruimte voor bos. Daar kan je hoop C02 mee uit de lucht halen.

Over het algemeen geld: zet de grond in waar ze het geschikts voor is: goede landbouwgrond moet je inzetten voor landbouw, minder productieve evt. voor andere zaken. Hier lezen we niets over, dit is essentieel om een goede gebiedsvisie te krijgen.

Om in een perspectief of programma dit wel duidelijk te krijgen, is het nodig dat hier een keuze in gemaakt wordt door de gemeente of regio zodat dit in het vervolg wel duidelijk wordt uitgewerkt. Anders zal het resultaat enkel zijn dat we met elkaar roepen transitie in landbouw en meer natuur, zonder daar ook maar enigszins over nagedacht te hebben. Daarom dienen we een amendement in om de effecten van beide natuur- en landbouwmodellen (scheiden of verweven) in kaart te brengen. Ook is in dit amendement opgenomen dat de insteek meer “functie volgt bodem” in plaats van “bodem volgt functie” moet worden.

Tot slot. De zienswijze met daarin de reactie van onze gemeente op de voorliggende contour en het beoordelingskader benoemd een terecht aantal goede punten, waarderen de inspanning voor het college in de regio en herkennen daar het geluid van de raad in, onder meer m.b.t. meer aandacht voor groen en landschap. Dat vinden we positief. Wel dienen we dus een motie in over de indicatoren en nulmeting en twee amendementen: een over scheiden of verweven m.b.t. landbouw en natuur en één over recreatie en landgoederen.