11 november 2019

Financiën op orde deel 1: waar staan we nu.

Speerpunt in ons verkiezingsprogramma en het raadsbreed programma is gezonde financiën. Toch moet de gemeente Utrechtse Heuvelrug alweer bezuinigen en gaat de OZB fors omhoog. Dat zagen we in 2012 en 2015 ook. Is er dan niets veranderd? In een vierluik over financiën op orde gaan we daarop in.

  1. Waar staan we nu en waar komen we vandaan.
  2. Wat deden we er aan en wat gaan we er aan doen.
  3. Het verhaal achter de cijfers.
  4. Schuld en investeren: wat is wijsheid. 

Sluitende begroting

Een sluitende begroting is een eerste indicatie voor financiën op orde: de gemeentelijke lasten in een jaar moetniet hoger zijn dan de gemeentelijke baten. Daarnaast moet de begroting structureel op orde zijn. Want als je een tekort één jaar oplost met eenmalige baten, dan komt het tekort het jaar erop net zo hard weer terug. Onderstaande grafiek toont het resultaat over de jaren 2013-2019.*

Na tekorten over 2013 en 2014 is er in 2015 en 2016 een positief resultaat. De begroting én de jaarrekening (werkelijkheid) is in die jaren netjes op orde. Vanaf 2017 is de jaarrekening echter weer negatief. Wat is de oorzaak hiervan? 

Jaarrekening 2017

In 2017 was het resultaat €4.189.000 negatief. Het tekort op het sociaal domein was €4.454.000. De overige taken in de begroting zijn 265.000 voordelig.

Gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Ook wel decentralisatie of transitie genoemd. Deze taken samen noemen we het sociaal domein. De vergoeding die de gemeenten uit Den Haag krijgt om deze taken over te nemen wordt ieder jaar minder. 

Jaarrekening 2018

In 2018 is het negatieve resultaat € 5.316.000. Dit negatieve resultaat wordt allereerst veroorzaakt door (afgerond) € 1,5 mln. voor de grondaankoop van het golfterrein (voortkomend uit de opheffing van stichting Zwem- en sportaccommodaties Doorn). Dit is een eenmalige last. Daarnaast miljoenenoverschrijding op het programma 5 (sociaal domein incl. nieuwe taken). Dit zijn zowel de bestaande als de nieuwe zorgtaken. Het is dus niet exact te zeggen welk deel van het tekort nu het gevolg van nieuwe taken zijn. Tussentijdse bestuursrapportage 2018 en jaarrekening 2018 noemt dit echt wel als de grootste verklaring van het tekort.

Tussentijdse rapportage 2019

In de eerste tussentijdse rapportage ging men uit van een tekort van €2.400.000. Maar gedurende het jaar is een kentering zichtbaar en is voor 2019 het verwachtte tekort €1.432.000. Als oorzaak wordt genoemd, we citeren de 2e bestuursrapportage: "Het afgelopen jaar heeft, onder andere vanwege de oplopende tekorten in het sociaal domein, en nieuwe taken in het kader van het Inter Bestuurlijk Programma (=IBP) vooral in het teken gestaan van het realiseren van een nieuw meerjarig financieel evenwicht. Dit was nodig omdat het Rijk de gemeente onvoldoende compenseert voor de uitvoering van bovengenoemde taken." Deze 2e rapportage is nog ter bespreking in de raad vandaar dat we nog geen oordeel geven en we alleen citeren wat het college meldt.

Vooruitzichten 2020-2023

Op basis van de oorspronkelijke raming (bij kadernota 2019) is er een tekort in 2020 van 6,6 miljoen. Dit komt voornamelijk door:

  • tekorten sociaal domein: 3 miljoen
  • extra uitgaven gedurende het jaar als gevolg van raadsbesluiten: 500.000
  • loon- en prijseffecten (o.a. nieuwe CAO ambtenaren): 2 miljoen
  • Invoering omgevingswet: 800.000
  • Energie en klimaatbeleid: 400.000
  • Overige nieuwe ontwikkelingen zijn per saldo 0 (zowel extra uitgaven 600.000 maar ook besparingen eerdere begrotingsmomenten afgelopen jaar)
  • Extra kosten Basisregistratie Adressen en Gebouwen 70.000

Ontwikkeling reserves

Een andere indicatie voor financiën op orde is de stand van de reserves. De reserves zijn de buffer om tekorten op te vangen. Door lasten te betalen vanuit een reserve kun je een begroting sluitend krijgen maar wordt wel je buffer kleiner en dat geeft op langere termijn problemen. 

Reserves bestaan uit bestemmingsreserve (raad heeft al uitgave ervoor bedacht) en algemene reserve (buffer). Onderstaande grafiek toont het verloop van de reserves. 

In 2015 en 2016 was er een overschot. Dat verklaard grotendeels de stijging van de reserve in 2016 en 2017. We zien ook dat in 2013-2016 de bestemmingsreserves afgenomen zijn en de algemene reserve in 2013-2017 is toegenomen. Dat is een goed teken omdat voor de algemene reserve geen besteding voorzien is en voor de bestemmingsreserve wel. De buffer om tekorten op te vangen is dus groter. Maar we zien ook dat een tekort in 2017 direct tot een daling van de reserves in 2018 leidt. Drie keer een tekort zoals in 2017 en de reserve is op. Dat kunnen we ons dus niet veroorloven en een sluitende begroting is dus een must om de reserves op peil te houden.

Schulden

Een ander speerpunt binnen financiën op orde is het schuldniveau van de gemeente. Onderstaande grafiek toont de netto schuldquote georrigeerd voor verstrekte leningen.

De schuld blijft de komende jaren dus onder de VNG-norm. In deel 4 gaan we nader in op de schulden en hoe we deze moeten duiden, ook in relatie tot onze investeringen. 

Conclusie

We kunnen concluderen dat het gemeentelijk huishoudboekje zonder de nieuwe zorgtaken sinds 2015 structureel zo goed als sluitend is en de tekorten 2017-2019 voor het overgrote deel te maken hebben met de zorgtransitie en deels met een eenmalige aankoop. Natuurlijk zijn er ook in de begroting op de overige onderdelen extra uitgaven gedaan en is hier en daar een toename van de kosten te zien. Deze hebben we echter altijd grotendeels binnen de begroting op kunnen vangen. 

Helaas zijn er ook uitgaven gedaan en heeft de raad belissingen genomen die onsziens niet nodig waren. Denk aan de extra utigaven sportaccommodaties en de zwembadendiscussie. Het tekort had dus niet zo hoog hoeven te zijn en hadden we ook deels op kunnen vangen vanuit de algemene middelen door als raad minder verkistend te zijn. Uit deel 2 "Wat hebben we er aan gedaan en wat gaan we er aan doen" zal dat ook blijken. 

De stand van de reserves laat ook zien dat de gaten in de begroting zijn ook niet met buitensporig opsnoepen van reserves gedicht. Echter een tekort van 5 miljoen kan je maar 3 jaar hebben, dan is je totale reserve weg. Ingrijpen is daarom bittere noodzaak. 

De vooruitzichten zijn niet gunstig. Daarom zijn 2019 maar ook de komende jaren forse bezuinigingen en belastingverhoging voorzien. In het woensdag te verschijnen deel 2 "Financiën op orde : wat deden we er aan en wat gaan we er aan doen" gaan we daar nader op in.

 

* Alle cijfers zijn op basis van de jaarrekeningen 2014-2018, de begroting 2019-2022, de begroting 2020-2023 en de 2e bestuursrapportage 2019. Het jaar dat je een grafiek begint kan veelzeggend zijn voor het beeld wat je geeft. De keuze voor 2013 of 2014 als basisjaar voor grafieken is eenvoudig te verklaren: tot dat jaar gaat het huidige archief terug. Alle jaren daarvoor zitten in een ander archiefsysteem wat hiervoor niet is geraadpleegd. Alle genoemde bronnen zijn terug te vinden in het online gemeente archief. Ter info vermelden we nog dat een resultaat van een bepaald jaar  altijd pas het jaar erop aan de reserves toegevoegd wordt. Een positief resultaat in bijv. 2015 zorgt daarom in 2016 (o.a.) voor een stijging van de reserves.

** Dit is vanaf 2017 gedaan omdat dat het eerste jaar met een tekort is. Daarnaast zijn er sinds 2017 nieuwe regels voor verslaglegging. Daardoor zijn cijfers op een lager detailniveau van voor 2017 lastig te vergelijken met de cijfers vanaf 2017.