9 november 2023
Wij zijn de tijden
Bij de algemene beschouwingen bij de begroting sprak onze fractievoorzitter Gijsbert Doornenbal de volgende beschouwing uit:
Vaak wordt gezegd: dat standpunt van jullie, dat is toch niet meer van deze tijd. Of zoals een vriend onlangs vroeg: ben je niet 100 jaar te laat geboren? Maar dat bepalen wij dus juist met elkaar of iets van deze tijd is: wij vormen de tijden zoals wij zijn. Vanavond wil ik met jullie eens stil staan bij de tijd en déze tijd.
Als je kijkt naar alles wat er gaande is, het nieuws volgt, dan is er veel slechtheid in deze tijd. Maar er is ook wat dat betreft niets nieuws onder de zon. Augustinus concludeerde in de 4e eeuw al: “Er is een overvloed aan slechte dingen en dat heeft God zelf toegelaten. Was er maar geen overvloed aan slechte mensen, dan zou er ook geen overvloed zijn aan slechte dingen. Het zijn slechte tijden! Het zijn moeilijke tijden! Dat zeggen de mensen tenminste. Laten we liever goed leven, dan worden de tijden vanzelf goed. Wij zijn de tijden. Zoals wij zijn, zo zijn de tijden.”
We leven in een tijd van oorlog: de Oekraïners vechten tegen Rusland, de Armeniërs zijn in conflict met Azerbeidzjan en Israël strijd opnieuw voor haar bestaansrecht tegen de terreur van Hamas. Laten we ons inzetten voor de vrede van de wereld, humanitaire hulp bieden aan álle slachtoffers, barmhartig zijn in het opvangen van echte vluchtelingen en ons inspannen om Jodenhaat en antisemitisme tegen te gaan. Graag horen we van het college welke actie zij wat dit laatste betreft concreet kan gaan ondernemen.
We leven in een tijd van onzekerheid en verwarring over identiteit: het biologische feit dat iemand man of vrouw is, wordt niet langer meer als leidend gezien. Het gevoel is bepalend. Niet langer is het monogame levenslange huwelijk tussen één man en één vrouw de leidende norm. Onder andere met de regenboogbankjes in onze gemeente, worden levensvormen gepromoot waarbij het gevoel van in zonden gevallen mensen leidend is in plaats van de orde die God in de samenleving, schepping en de menselijke natuur heeft gegeven.
We leven in een tijd van gejaagdheid en onrust. De mens wordt geen rust gegund maar is 24/7 bezig om de economie te dienen. We vinden steeds meer dingen uit die het leven makkelijker zouden moeten maken, maar zijn onrustiger en drukker dan ooit te voren en nog is er krapte op de arbeidsmarkt. Ik citeer wat dhr. Macaulay 150 jaar geleden al zei: ‘De dag van rust is geen verloren dag. Als de arbeid is gestaakt, als de kar stilstaat in de loods, als de beurs in een doods zwijgen is gedompeld, als de rook van de schoorstenen niet langer opstijgt in de lucht, dan wordt er een werk volbracht, dat even belangrijk is voor de rijkdom van het land, als al het overige wat er plaats heeft op de alle drukste dagen der week. De mens, die voortreffelijkste van alle machines, herstelt en vernieuwt zijn krachten, terwijl hij rust van de arbeid, en ‘s maandags keert hij naar zijn werk terug met helderder geest, met nieuwen lust, met geheel verjongde krachten.” Zondagsrust is in het belang van de maatschappij. Zij heeft behoefte aan gezonde individuen, aan gezonde huisgezinnen. We roepen indringend op tot een herstel van de zondagsrust.
We leven in een tijd van individualisatie waarin het sociale welzijn onder druk staat. De eenzaamheid is groot, veel jongeren hebben een vorm van zorg of ondersteuning nodig, de wachtlijsten zijn lang. Dat is niet zomaar een verschijnsel, maar ook een gevolg van hoe we als samenleving geworden zijn. Laten we niet het individu maar de naasten, de samenleving en vooral het gezin centraal stellen. We vragen het college om bij de uitvoering van het sociale beleid het gezin centraal te stellen.
Er valt nog zoveel meer te zeggen over de tijd waarin we leven. Ik zou het nog kunnen hebben over de tijd van secularisatie, zedeloosheid en ontrouw. Of ik zou het nog kunnen hebben over de tijd van overconsumptie waarin de mens door hebzucht en hoogmoed voortgedreven zijn eigen toekomst schaadt en tegen de grenzen van de planeet aanloopt. Maar de tijd is te kort om alles te benoemen.
Ook de prediker uit de Bijbel overdacht de tijd en het leven van een mens. En zijn conclusie was de volgende: “Alles heeft een bestemden tijd, en alle voornemen onder den hemel heeft zijn tijd. Wat voordeel heeft hij, die werkt, van hetgeen hij bearbeidt? Ik heb gemerkt, dat er niets beters voor henlieden (de mens) is, dan zich te verblijden, en goed te doen in zijn leven. Verder heb ik ook gezien onder de zon, ter plaatse des gerichts, aldaar was goddeloosheid; en ter plaatse der gerechtigheid, aldaar was goddeloosheid. Ik zeide in mijn hart: God zal den rechtvaardige en den goddeloze oordelen; want aldaar is de tijd voor alle voornemen, en over alle werk.”
Daarom zeg ik tegen u allen, college, gemeenteraad en ambtenaren: doe het goede in uw leven en uw werk, onze tijd vraagt er om. Verwacht het daarin niet van jezelf, maar ga met God dan zal Hij met je zijn.