17 december 2018
Uitbreiding veehouderij Nieuwe steeg Leersum
"Boer zijn, wie wil het nog? Je wordt bejubeld als topondernemer (Nederland is de tweede landbouwexporteur ter wereld, de Nederlandse landbouw staat bekend als kwalitatief hoogstaand, GD), maar je moet ook zwaar investeren. De regeldruk is groot en je wordt geregeld verantwoordelijk gehouden voor natuur, milieu en landschap."
Zomaar een citaat uit de Leeuwarder Courant wat een spanningsveld in de agrarische sector benoemt. Dit spanningsveld zien we ook bij het voorstel wat vanavond voorligt. Enerzijds een boer die investeert om zijn bedrijf toekomstbestendig te maken, anderzijds de zorgen die er zijn om de volksgezondheid voor de omgeving.
Er wordt geïnvesteerd in vleesvarkens, waarbij veroudere stallen worden gesloopt en nieuwe duurzame stallen gebouwd. Met daarbij de nodige investeringen in dierenwelzijn. De boer gaat het beter leven keurmerk 1 toepassen, met diverse verbeteringen voor dierenwelzijn. De nieuwe stal zal voldoen aan de Maatlat Duurzame Veehouderij: een vrijwillig initiatief met bovenwettelijke maatregelen. Zowel de nieuwbouw als een aanzienlijk deel van de bestaande stal voor melkkoeien zullen worden gerealiseerd en heringericht als duurzame stal. Ook daar veel aandacht voor dierenwelzijn.
Deze investeringen maken uitbreiding en wijziging van het bedrijf noodzakelijk. We zien hier een schaalvergroting om het bedrijf toekomstbestendig te maken. Schaalvergroting is een trend die niet vreemd is als je beseft dat 40 tot 60% van de boeren zonder opvolger zit. De kostprijs loopt daarnaast verder op door veel investeringen en regeldruk. Zolang er niet meer betaald wordt voor ons kwalitatief hoogwaardige voedsel is schaalvergroting een logisch gevolg. Eerst zorgen dat de inkomenspisitie verbetert voor je krimp afdwingt. Je kunt niet groen zijn als je rood staat!
Het is goed om daarbij te beseffen dat met varkensrechten en fosfaatrechten er al grenzen gesteld zijn aan de maximale omvang van de veestapel. De uitbreiding op deze locatie betekent dus een vermindering elders. Dat zien we in Leersum-Zuid ook waar de afgelopen tijd veel Intensieve veehouderij is verdwenen. Vorige week nog stelden we een bestemmingsplan vast waarbij 0,5 hectare intensieve veehouderij aan de Middelweg plaatsmaakte voor een woning.
De uitbreiding hier op locatie heeft wel gevolgen voor deze omgeving. Buurtbewoners maken zich zorgen om de gevolgen voor de volksgezondheid. Het is goed te beseffen dat de gemeenteraad hier moet toetsen aan wettelijke normen. Als de reductie en uitstoot percentages aan de wettelijke normen voldoet, kan dit ons inziens geen basis zijn om het bestemmingsplan af te wijzen. Hoe zit het dan met betrekking tot ammoniak, fijnstof en geur?
Ammoniak
- Neemt af ten opzichte van de geldende Natuurbeschermings- vergunning van 2013.
- Vermindering wordt bewerkstelligd door toepassing van een gecombineerd luchtwassysteem.
- Naast de absolute afname van ammoniakemissie van het bedrijf, is dus ook sprake van toepassing van systemen die verregaander reduceren dan wettelijk op grond van het Besluit emissiearme huisvesting zijn vereist.
- Uiteindelijk is de emissie per dier is lager dan de normen verlangen. Zie tabel: (In kg/dier/jr)
Norm | Plan | |
Melkrundvee | 11 | 9,5 |
Vleesvarkens | 1,5 | 0,45 |
Rundvee | 0,21 | 0,1 |
Fijnstof
- De fijnstofuitstoot van het bedrijf neemt in de beoogde situatie toe.
- Wettelijke normen van 40 µg/m3 en het aantal toegestane overschrijdingsdagen op jaarbasis betreft maximaal 35 dagen.
- In de beoogde situatie bedraagt de uitstoot maximaal 19 µg/m3 en 7 dagen.
- Ten opzichte van regulier toe te passen systemen worden op dit bedrijf systemen toegepast die een erg lage uitstoot kennen. Zie tabel emissie (in gr/dier/jr)
Regulier systeem | Toegepast systeem | |
Melkrundvee | 148 | 118 |
Vleesvarkens | 74 | 15 |
Rundvee | 153 | 31 |
Geur
- Uit recent onderzoek is gebleken dat combiluchtwassers minder effectief zijn in de reductie van geur dan eerder gedacht. Het plan is doorgerekend met de nieuwe wettelijke geurreductiepercentages zowel in de bestaande als nieuwe situatie. Deze wettelijke norm moeten we hanteren en daar voldoet het aan. Een lagere norm hanteren is niet toegestaan.
- Initiatiefnemer neemt verschillende emissie reducerende maatregelen. Met dit nieuwe plan wordt bereikt dat de geurbelasting op het dorp Leersum wordt teruggebracht tot 3,5 odeur.
- Uit de berekeningen blijkt dat alle geurgevoelige objecten binnen de maximale geurnorm blijven, waarbij max. 50% in de overbelaste situatie wordt gebruikt voor meer dieren dus per saldo een verbetering leefklimaat wat betreft geur tov vergunde stiuatie.
- Stallen komen verder van het dorp en emmissiepunten worden verhoogd daardoor minder geurbelasting.
Daarnaast is er blijkens het memo half oktober nog contact geweest met de GGD en die staat achter het positieve advies wat zij eerder heeft gegeven. Er zijn gezien bovenstaande geen redenen om het bestemmingsplan vanwege de mogelijke gezondheidseffecten niet vast te stellen.
Tot slot de toetsing aan de structuurvisie en PRV.
Structuurvisie
Het plan is passend binnen de gemeentelijke structuurvisie. Het Langbroekweteringgebied, waarin het bedrijf gelegen is, is een gebied waar de gemeente streeft naar ontwikkeling van de landbouw. Mits landelijk goed ingepast. Als we daar naar kijken zien we dat:
- Bebouwing achter bestaande bebouwing wordt gezet
- De bestaande zichtlijnen aan weerszijden van het agrarische bedrijf zijn dus niet in het geding en blijven aanwezig.
- Mogelijke beplanting ter afscherming van de nieuwe agrarische bebouwing, meer in het groen.
Wat ons betreft is dit plan daarom niet in strijd met de structuurvisie.
Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV)
Landbouw heeft in algemene zin de ruimte om te groeien tot een bouwvlak van 1,5 hectare. Vanwege voortgaande schaalvergroting is een doorgroei tot 2,5 hectare onder voorwaarde mogelijk:
vereiste is dat de nieuwe intensieve veehouderijbedrijven zich bevinden in de een verwevings- of landbouwontwikkelingsgebied. In dit geval is een uitbreiding van een bestaand bedrijf.
Omdat sprake is van één agrarische bedrijfsvoering is op aandringen provincie bepaald dat in dit plan sprake moet zijn van één bouwvlak. Groei tot 2,5 hectare totaal is dan het maximum volgens het oude PRV.
Met de provincie heeft destijds nader overleg plaatsgevonden, waarbij de provincie heeft aangegeven dat het te ontwikkelen plan voldeed aan het regels uit de PRV 2013. Het ontwerpbestemmingsplan heeft voor het van kracht worden van de herijkte PRV ter inzage heeft gelegen, dit plan zou dan onder het overgangsrecht van de herijkte PRV zou vallen.
De provincie is later echter schriftelijk op haar standpunt teruggekomen en heeft aangegeven dat de herijkte PRV geen overgangsrecht bevat. In hun brief van 27 november 2017 geven zij aan dat zij “geen enkele garantie geven, dat het bestemmingsplan zal standhouden bij de Raad van State, indien anderen beroep indienen”.
Wij zijn vanwege het voorgaande van mening dat de herijkte PRV op dit punt in strijd is met algemeen behoorlijk bestuur. Zo willen wij niet met onze ondernemers omgaan en dat is niet wat je van een betrouwbare overheid mag verwachten.
Tot slot wijs ik u er nog op dat als we het plan vergelijken met wat binnen de huidige bestemming mogelijk is, namelijk 2 x 1,5 in totaal 3 hectare bebouwen en dan ook nog meer richting het dorp, dan zien we dat het huidige voorstel minder vergaand is.
Voorzitter, wij concluderen dat het voorliggende bestemmingsplan een verbetering is t.o.v. de huidige bestemming, voldoet aan de normen wat betreft ammoniak, geur en uitstof, in lijn is met onze structuurvisie en niet in strijd met de naar onze mening van toepassing zijnde PRV. Wij zullen daarom met dit voorstel instemmen.